Meditatie
De Heere is mijn Herder…
David was niet alleen herder over de kudde van zijn vader Isaï, maar hij was ook tot herder gezalfd over het volk Israël. Toch spreekt David in deze psalm niet over zichzelf als herder, maar als schaap! En dat is een wonder. Want David wist als geen ander dat het lot van schapen afhing van de herder. Er waren goede, maar ook slechte herders.
Nu heeft David bij Geesteslicht mogen leren dat hij van nature een verloren schaap was, dat onder de vorst der duisternis lag. En dat daarom dwaalde in het rond, omdat hij de Heere als Herder verloren had door eigen schuld. Maar nu mocht David ook weten van die omkering in zijn leven, waarin hij door vrije genade schaap van de Herder mocht worden.
Het geheim daarvan ligt niet in David, in de schapen Zijner weide, maar in de grote Herder, de Heere, Die in de stilte der nooit begonnen eeuwigheid Zich een kudde verkoren heeft ten eeuwige leven, om ze te maken tot schapen Zijner weide. Hij is de Herder Israëls, Die Jozef als schapen verkoren heeft.
Hoe? In Christus! God heeft Zijn eigen Zoon als overste Herder der schapen naar de aarde gezonden. Als de goede Herder heeft Hij Zijn leven voor de schapen gezet en is Hij als de Herder geslagen. Tegelijkertijd is Hij als een Lam ter slachting geleid en als een schaap dat stemmeloos is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo heeft Hij Zijn mond niet open gedaan.
En, geliefde lezer, nu is slechts één ding nodig in ons leven. Dat we niet rusten voordat we op goede gronden weten mogen dat we van deze Herder, God in Christus, een schaap mogen zijn geworden.
Door het werk van de Heilige Geest. Mag u dat al weten?